WELKOM IN MIJN KEUKEN

Mijn eerste keuken deelde ik met een antroposofische kwezel, in Den Haag. Ze zat op de euritmie-academie en danste in witte lakens op gedichten. Haar vuile wasgoed bewaarde ze naast het gasfornuis.
Geen eetlustopwekkende situatie, maar gelukkig kon ik helemaal niet koken. Ik at blikken nasi, blikken soep en brood met zalm uit blik erop. Helaas was er geen mayonaise in blik.

Inmiddels ben ik natuurlijk een paar keukens verder en die ik nu heb is wel heel errug leuk. Oud, opgetegeld met witjes, marmer op de vloer en op het (smalle) aanrecht. Niet veel werkvlak, wel heel veel sfeer.

Maakt het uit waar je kookt? Jazeker, een goeie keuken moet ballen hebben. Moet eten roepen. Het is een werkplaats waar het lekker moet ruiken, waar spullen voor het grijpen hangen staan en liggen en waar die vrienden van je inderdaad graag zitten als jij kookt.

Moet een keuken fancy zijn? Nee. Als je niet kunt koken kan je dat ook niet aan een boffi-eiland met een batterij dure Japanse messen achter je aan de muur. Als je wel kunt koken kun je dat ook in een Ikeaatje, met degelijk basismateriaal.
Natuurlijk heb ik ook dure spullen, maar ik investeer liever in een goeie Staubpan dan in een stoomoven. Ik vind heel veel dingen in kookwinkels sowieso hysterisch duur en ik ben er dan ook ernstig van overtuigd dat je met goedkopere spullen net zo ver komt. Dan kun je je geld uitgeven aan goede ingrediënten. Goed vlees, mooie kaas, echt brood en misschien een truffeltje op zijn tijd.