TOMATEN


Iedereen met een moestuin of ambities in die richting zal je vertellen dat je het alleen al om de tomaten moet doen. Onovertroffen, met niets vergelijkbaar et cetera, et cetera.

Nu moet ik zeggen dat ik de Tasty Tom van de (super)markt ook helemaal niet slecht vind, maar verder ben ik het er helemaal mee eens. Zelfgekweekte tomaten zijn ongekend heerlijk.

 

Als je niet al te veel ruimte hebt is het misschien wel handig om jezelf een paar jaar te geven om uit te zoeken welke tomaten je echt lekker vindt, en het daar een beetje bij te houden.

Kweek een paar soorten cherrytomaatjes, een paar vleestomaten en een paar roma’s en je hebt de hele zomer genoeg variatie.

 

Daarnaast is het natuurlijk heel leuk om een obscure ‘heirloom’ neer te zetten, of soorten met een bizarre kleur. De opbrengst van die planten is alleen niet altijd vergelijkbaar met beproefde variëteiten.

 

Qua groei bestaan er een paar soorten tomaten:

 

-         struiktomaten (niet dieven)

-         klimmende tomaten (opbinden en wel dieven)

 

Je kunt tomaten ook indelen naar type:

 

-         kerstomaten (veel kleine vruchtjes per plant in lange trossen)

-         vleestomaten (grote, zware vruchten, niet al te veel per plant)

-         Romatomaten of pruimtomaten(die beroemde Italiaanse, druppelvormig)

-         gewone (tros)tomaten (alle soorten van gemiddelde grootte)

 

Ook is er nog een verschil tussen tomaten die echt in de kas geteeld moeten worden en soorten die het ook buiten goed doen.

Die informatie is op de verpakking van het zaad te vinden.

 

Kies voor buitentomaten rassen die vroeg rijpen (de Russen!), zet ze op een luwe, warme plek en zorg dat ze niet in de volle regen staan. Geef ze voldoende lucht en ruimte.

Top de planten na een tros of vier, vijf zodat de vruchten voldoende kunnen rijpen.

 

Met uitzondering van struiktomaten moeten tomatenplanten worden ondersteund of geleid. Dat kan met een (bamboe) stok, met draad of langs een rek. Als ze maar voldoende hoog kunnen klimmen.

 

Tomaten moet je dieven. In dit geval zijn dieven die kleine scheuten die in de oksels van stengel en blad groeien. Knip ze af of knijp ze met je nagels fijn.

 

Ook scheuten die soms onder aan de plant groeien, kun je beter afknippen, ze halen de kracht uit de plant en dat was nou net niet de bedoeling.

 

Geef tomaten water op de aarde, niet op de planten, daar houden ze niet zo van.

 

Voedt de planten als ze eenmaal bloeien elke twee weken met speciale tomatenmest, of gewone mest met extra kalium.

 

Je kunt ook zelf een aftreksel van smeerwortelblad, borageblad of brandnetelblad maken. Het stinkt geweldig maar doet het goed. Het kan nog gekker, de Belgische Rita de Clercq van de zeer interessante website www.madametomate.be, schrijft dat ze (een aftreksel van) visafval aan de grond van haar tomatenpotten toevoegt. En brandnetelbladeren. Alles voor het goede doel.

 

Tomatenplanten zijn gevoelig voor ziekten. Neusrot, aardappelziekte, witte vlieg, meeldauw, noem het maar op.

Belangrijk is dat je planten voldoende ruimte en lucht geeft. Aangetaste bladeren en vruchten zo snel mogelijk verwijderen (en niet op de composthoop gooien) en sowieso regelmatig wat blad weghalen om lucht te creëren.

Hou aardappel- en tomatenplanten bij elkaar uit de buurt in je tuin.

 

Vaak wordt geadviseerd om tomatenplanten na 5 trossen te toppen, ook in de kas, maar je kunt ze ook door laten groeien.

Gewoon verder leiden, langs het dak van de kas. Dit werkt vooral goed bij kerstomaten. Ze blijven maar groeien en vrucht geven. Soms wel tot eind oktober.