KOLEN


Kolen zijn er in vele soorten en maten. Van sommige soorten eet je het blad, van andere de hele plant en van weer andere de spruiten of juist de knol.

 

Er zijn winter- en zomerkolen,  die elk in hun eigen jaargetijde gezaaid, gepoot en geoogst worden.

 

Alle kolen hebben behoefte aan veel voeding, vooral stikstof (N). In een rotatieschema komen kolen dan ook na de peulvruchten.

 

Bemest in het najaar het bed waar de kolen het seizoen erop moeten komen met verteerde stalmest of koemestkorrels en compost.

 

De grond moet vruchtbaar zijn, maar niet te los. Trap de aarde indien nodig aan.

 

De zuurgraad van de grond is het liefst 6,5 pH of iets hoger.

 

Verder hebben kolen gemeen dat ze stevig geplant moeten worden. Als je na het poten aan een blad trekt mag niet de hele plant bewegen.

 

Ondersteun de grotere soorten zoals spruiten, palmkool e.d.

 

Insecten zijn dol op kolen, vooral de koolwitjes. Bescherm ze daarom (als je dat nodig vindt) met een net dat ruim om de planten past. Duiven willen ook nog al eens op jonge plantjes afkomen en daar helpt zo’n net ook tegen.

Let ook op slakken. Er zijn speciale ‘koolkragen’ in de handel om je planten te beschermen. Als je weet hoe die eruit zien (Google) dan kun je ze natuurlijk ook zelf maken, bijvoorbeeld van (oud) tapijt.

 

Kolen moeten ruim worden geplant. Ze hebben lucht nodig. Afhankelijk van de grootte van de plant is 60 x 60cm  tot 90 x 90cm een goede afstand.

 

Zaai kolen bij voorkeur voor in potten, twee zaden per pot en verspeen de sterkste. Knijp of knip de andere zaailing af, zo verstoor je het wortelstelsel het minst.

Zijn ze eenmaal uitgepoot, geef ze dan zeker de eerste weken en bij heet weer goed water.

 

Zomerkool kun je in januari/februari binnen voorzaaien. Plant de zaailingen uit in maart/april.

Winterkool zaai je in april/mei en plant je in augustus/september uit.

Boerenkool kun je in april/mei en juli/augustus zaaien en tot in september/oktober planten.

 

Spruiten en boerenkool oogst je van onder af.

 

Bloemkool hou je mooi wit door de bladen over de kool heen te vouwen.

 

Wat de Engelsen ‘sprouting broccoli’ noemen heet bij ons winterbroccoli, wat wij broccoli noemen heet bij hun ‘calabrese’.